Word lid
Voor een aantal werkzaamheden maakt Defensie gebruik van diensthonden. Zo zijn er speur-, bewaking-, detectie- en multipurpose-honden. Deze diensthonden kunnen door de hondengeleiders buiten werktijd worden verzorgd op het woonadres. De hondengeleider draagt zorg voor de hond, zowel tijdens werktijd als daarbuiten.
De verzorging op het woonadres brengt echter een extra beslaglegging voor de hondengeleiders met zich mee. In het overleg tussen Defensie en de bonden zijn onlangs afspraken gemaakt, die hebben geleid tot een nieuwe Regeling voorzieningen hondengeleiders Defensie. De nieuwe, defensiebrede regeling geldt voor zowel militairen als burgerambtenaren en vervangt de diverse regelingen die hiervoor bestonden. Deze regeling geldt specifiek voor de verzorging van, en verantwoordelijkheid voor de diensthond buiten werktijd.
Voor de kosten ten behoeve van de verzorging buiten werktijd heeft de hondengeleider aanspraak op een maandelijkse tegemoetkoming van € 165 per diensthond.
Naast deze tegemoetkoming is er een compensatie afgesproken van óf 6 uur per week (als het dienstbelang dat toelaat), die in het rooster van de hondengeleider wordt verwerkt, of 3 uur per week plus het bruto uurloon voor 3 uur. Is de eenheid van de hondengeleider in het kader van de operationele inzetbaarheid gezamenlijk aan het oefenen, dan kan de commandant ervoor kiezen om alleen een compensatie in geld te geven (het brutoloon voor 6 uur per week) in plaats van in tijd.
Omdat deze regeling geldt voor verzorging buiten werktijd op het woonadres, kan er geen samenloop zijn met situaties waarin de hondengeleider niet op huisadres verblijft, zoals uitzendingen of oefeningen. De hondengeleider ontvangt dan de VVHO-toelage of VROB-vergoeding.
De hondengeleider heeft verder aanspraak op volledige vergoeding van voeding, dierenartskosten, medicatie, hondenbelasting, dierenpension en indien nodig een parkeervergunning voor het dienstvoertuig.
Niet onvermeld mag worden dat gedurende werktijd alsook tijdens privétijd, Defensie als eigenaar van de diensthond aansprakelijk blijft voor eventuele schade aan personen of goederen veroorzaakt door toedoen van de diensthond, tenzij deze is veroorzaakt door opzettelijk handelen, nalaten of bewuste roekeloosheid van de hondengeleider. De compensatie en de tegemoetkoming worden jaarlijks geïndexeerd.
Volgens de VBM is hiermee een rechtvaardige en eenduidige regeling tot stand gekomen, waarmee de hondengeleiders duidelijkheid hebben. Binnen twee jaar na de inwerkingtreding van de regeling zal deze worden geëvalueerd.
