Word lid
De Kamerleden Stoffer (SGP), Valstar (VVD) en Boswijk (CDA) hebben namens hun fracties een wetsvoorstel ingediend om de uitgaven voor Defensie voor langere tijd vast te leggen. Het doel: de krijgsmacht behoeden voor de politieke ‘waan van de dag’ en een helder weerwoord bieden op internationale veiligheidsdreigingen.
Grote, jarenlange bezuinigingen en wispelturig defensiebeleid hebben ervoor gezorgd dat de krijgsmacht niet adequaat invulling kan geven aan haar grondwettelijke taken (artikel 97): verdediging en bescherming van het Koninkrijk, en handhaving en bevordering van de internationale rechtsorde. Om een defensiebeleid te realiseren dat wél aan alle gestelde, grondwettelijke taken kan voldoen, hebben de genoemde Tweede Kamerleden een wetsvoorstel ingediend waarin het krijgsmachtbudget ten minste 2% van het bruto binnenlands product (bbp) zal bedragen. Daarnaast moet er ten minste elke tien jaar een defensieplan komen en elke twee jaar een veiligheids- en defensiemonitor, waarmee doeltreffend een antwoord geboden kan worden op bestaande en toekomstige (internationale) veiligheidsdreigingen.
Nadat Rusland Oekraïne binnenviel, veranderde alles
Ook in de toekomst voldoen aan de norm
Decennialang leek de 2%-norm een ontegenzeglijke ver-van-ons-bed-show. Maar nadat Rusland Oekraïne binnenviel, veranderde alles. Defensie krijgt er de komende jaren miljarden bij en groeit in 2024 en 2025 naar de gestelde NAVO-norm toe. Maar zal dat ook zo blijven? De Nederlandse economie zal intussen doorgroeien, waardoor het krijgsmacht-aandeel in en na 2026 mogelijk weer onder die 2% zal zakken. Om ervoor te zorgen dat Defensie óók in de toekomst aan de norm, en dus aan haar takenpakket, kan blijven voldoen, willen de initiatiefnemers het percentage daarom wettelijk verankeren. Want, en daar komt het voorstel natuurlijk in extremis op neer; ‘als de staat zichzelf niet adequaat kan verdedigen, kan zij in het ergste geval ophouden te bestaan. Dan verdwijnt ook de zeggenschap over andere terreinen zoals de rechtsstaat, onderwijs, zorg en sociaal beleid’, schrijven de Kamerleden.
Tienjaarlijks Defensieplan
Naast de verankering van de 2%-norm, stellen Stoffer, Valstar en Boswijk voor een tienjaarlijks Defensieplan op te stellen. In dit Defensieplan dienen de maatregelen te staan die genomen worden specifiek gericht op de inrichting en gereedstelling van de krijgsmacht; ook met het oog op de aard en omvang van investeringen in personeel en materieel. Beoogd wordt dat Defensie, conform de Grondwet, waar nodig zelfstandig nationale taken uit kan voeren, en in bondgenootschappelijke samenwerking een evenredige bijdrage kan leveren. Daarnaast bevat het Defensieplan, net zoals in de huidige defensievisie, een analyse van relevante nationale en internationale veiligheidsdreigingen voor Nederland en voor bondgenoten. Voor een goede uitvoering van de grondwettelijke taken is immers afstemming nodig met partners in NAVO-, EU- en VN-verband.
Tweejaarlijkse Veiligheids- en defensiemonitor
Naast het (ten minste) tienjaarlijkse Defensieplan wordt een Veiligheids- en defensiemonitor aan beide Kamers aangeboden, stellen de initiatiefnemers voor. Deze monitor bevat zowel een terugblik op de voorgaande twee jaren, als een vooruitblik op de komende twee jaren. De monitor bevat een analyse van de belangrijkste veiligheidsdreigingen en ontwikkelingen, en maatregelen die nodig zijn om deze in de toekomst het hoofd te bieden. Ook geeft de monitor een overzicht van de realisatie van het Defensieplan tot zo ver, inclusief een overzicht per krijgsmachtonderdeel, en een vooruitblik op de wijze waarop het Defensieplan de komende twee jaren wordt gerealiseerd.
Minister van Defensie Kajsa Ollongren staat vooralsnog niet te springen
Wettelijk kader niet nieuw
In 2020 opperde een van de initiatiefnemers, Kamerlid en Woordvoerder Defensie voor het CDA Derk Boswijk, al eens de verankering van de 2%-norm in de wet. Boswijk kreeg toen niet veel bijval. Dat lijkt nu anders, zeker gezien het wetsvoorstel dat nu op tafel ligt. Maar zal er een Kamermeerderheid voor komen? Dat is nog de vraag. Minister van Defensie Kajsa Ollongren staat vooralsnog niet te springen: ‘Wat voegt het toe om het wettelijk te verankeren?’, vroeg ze zich onlangs af in een interview met Trouw. Wel zegt Ollongren dat je ‘niet een organisatie kunt hebben die mee-ademt met oorlog en vrede. Dat vraagt van de politiek dat die niet na iedere verkiezingen zegt: we halen er een paar miljard af of we doen er een paar miljard bij.’
Welke kant de munt op gaat vallen, is nu dus nog niet te zeggen. Uiteraard houden wij u op deze plaats op de hoogte als er nieuwe ontwikkelingen zijn.